M&I / Partners
In gesprek met André van Nijkerken
“Pak die handschoen op”
André van Nijkerken is naar eigen zeggen “gepassioneerd” over de kansen die de Omgevingswet biedt. “We hebben een andere overheid en een ander instrumentarium nodig om de complexe puzzels in de leefomgeving te leggen. De Omgevingswet biedt ons die kans. Ik zou zeggen: pak die handschoen op!”
André van Nijkerken is adviseur bij M&I/Partners en werkt al jaren voor diverse overheidsorganisaties en de VNG aan de invoering van de Omgevingswet. Zijn betrokkenheid is naast professioneel ook persoonlijk: als wethouder in Winterswijk zette hij zich jaren geleden al in voor een andere overheid en voor serieuze burgerparticipatie. “Dat begon in 2006. Ik had mij in 2001 aangesloten bij een actiegroep die een politieke partij werd en in 2006 de gemeenteraadsverkiezingen won. Participatie stond heel hoog op onze agenda, daar hebben we ons als college hard voor gemaakt. Toen ik mij in 2017 intensiever ging bemoeien met de Omgevingswet, kwam ik erachter dat daar veel in zit waar wij toen al voor stonden. Zoals meer participatie en het uitgangspunt van 1 overheid en 1 loket waar de burger terecht kan. Daar heb ik altijd voor geknokt en ik sta nog steeds achter dat gedachtegoed.”
Weg van de postzegelplannetjes
De Omgevingswet zorgt ervoor dat de kansen om echt goede oplossingen in de leefomgeving te vinden, beter worden benut. Daarvan is Van Nijkerken overtuigd. “We staan voor gigantische uitdagingen in dit kleine land waar altijd en overal tegenstrijdige belangen en spanningsvelden zijn. De Omgevingswet geeft instrumenten om dit beter aan te kunnen en om het ook echt anders te doen. Weg van de postzegelplannetjes, op naar samenhangende oplossingen die voortkomen uit veel meer integraal denken.” Het getal 1 in de wet spreekt hem erg aan: “De 1 van 1 omgevingsvisie, 1 omgevingsplan, 1 programma, 1 loket, 1 overheid. Het maakt voor het vinden van wat wel en niet kan op een bepaalde plek, heel veel uit of je daarvoor 30 wetboeken moet napluizen of alles kunt vinden in 1 plan. Het omgevingsrecht is overzichtelijker en mede dankzij dat overzicht kan de overheid sneller handelen. Je hebt minder last van tegenstrijdige regels.” Het zal natuurlijk nooit 1 overheid zijn die de beslissing neemt, maar de verschillende overheden werken wel samen achter 1 loket, legt hij uit: “Dat enkelvoudige contactpunt met de burger of het bedrijf gaat enorm helpen, al was het maar omdat je niet meer van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Zoals in de oude situatie te vaak gebeurde.” Het zou te optimistisch zijn om te verwachten dat de wet ervoor gaat zorgen dat de overheid meteen anders gaat werken, zegt hij: “Ik zie het meer als een flinke duw in de goede richting. In de richting van meer samenwerking en samenhang en meer participatie en transparantie. Eigenlijk allemaal dingen die we vandaag in onze maatschappij heel normaal vinden, maar die de overheid met alle specialisatie en verkokering is kwijtgeraakt.”
Betrokkenenparagraaf
Als wethouder in Winterswijk voerde hij een zogeheten betrokkenenparagraaf in: “Op elk voorstel dat bij het college kwam, moest staan of belanghebbenden betrokken waren geweest bij de totstandkoming ervan. Stond dat er niet op of waren belanghebbenden niet betrokken, dan namen wij er geen besluit over en stuurden we het terug de organisatie in. Het was voor de ambtelijke organisatie niet vanzelfsprekend dat ze burgers en bedrijven betrokken, op deze manier wilden we een verandering in die houding teweegbrengen. We moesten dat lang volhouden, het gaat om gedrag en cultuur en die verander je niet zomaar.” Het is zijn advies aan bestuurders om dit ook in hun eigen organisatie toe te passen: “Participatie is een sleutelbegrip in de Omgevingswet. Dat krijg je niet zomaar, daar moet je behoorlijk radicale stappen in nemen. Dit is daar één van.” Eigenlijk zou dat nu ook verder moeten gaan dan de betrokkenheid van burgers en bedrijven, vult hij aan: “De Omgevingswet zet alle partijen bij elkaar aan tafel, ze moeten snel kunnen schakelen en samen beslissingen kunnen nemen. Je zou denken dat deze mede-overheden elkaar goed weten te vinden, maar dat is in de praktijk niet zo. Omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en GGD’s bijvoorbeeld zijn nota bene nog op zoek naar aansluiting bij hun eigen gemeenten. Kennelijk hebben ze dat nog niet of onvoldoende en daar ben ik wel verbaasd over. Een betrokkenenparagraaf zou hier ook zeker helpen.”
Digitaal Stelsel Omgevingswet
Om daadwerkelijk als 1 overheid met 1 loket te werken, is een goede informatievoorziening cruciaal. Van Nijkerken is niet optimistisch over het realiseren daarvan: “We komen uit een totaal versnipperde IT-wereld, met talloze systemen van allerlei aanbieders. Met een paar muisklikken alle informatie over de leefomgeving vinden, daar zijn we nog lang niet.” Terwijl dat wel belangrijk is voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Uitgangspunten van de wet zijn immers snel tot inzicht en besluitvorming kunnen komen op basis van goede digitale ondersteuning alsook een gelijke informatiepositie van iedereen. Wat te doen? Van Nijkerken stelt dat het alleen gaat lukken als de overheid echt ‘van buiten naar binnen’ denkt bij het ontwerpen van het digitale loket. “Dat is nu niet zo, de instanties die het systeem ontwikkelen nemen de wet- en regelgeving en de overheidsprocessen als uitgangspunt.” Ook hoe deze voorziening wordt ontwikkeld, zou veranderd moeten worden: “Het wordt als een groot systeem over het land uitgerold, op de klassieke manier, na jarenlang bouwen. Maar de technologie verandert snel, net als de manier waarop mensen IT gebruiken. Dan red je het niet met die klassieke manier.” Dat is echter wel hoe het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is ontwikkeld. “Daarnaast gaat het denk ik te lang duren voordat de vulling van het DSO op peil is, waardoor het systeem nog te lang te weinig toegevoegde waarde geeft en daardoor mogelijk minder gebruikt gaat worden, met alle mogelijke gevolgen van dien”.
“De Omgevingswet is een flinke duw in de goede richting.”
André van Nijkerken
Fysiek contact blijft nodig
Kan het DSO de prullenbak in? Zo ver wil Van Nijkerken niet gaan: “Het DSO is hoe dan ook een stap in de goede richting en bovendien zeker bruikbaar voor professionals, want die weten straks wel hoe ze daarin hun weg moeten vinden. Maar voor burgers en bedrijven is het al gauw te complex. En dan is het helaas niet dat ene digitale loket geworden waar iedereen terechtkan.” Hij onderschrijft de conclusie die het bureau BIT eerder trok: de ambitie om binnen een paar muisklikken alle informatie over een locatie op het beeldscherm toveren, is te groot. “Er zal hoe dan ook veel contact nodig blijven tussen de gemeente en burgers en bedrijven.” Is dat erg? “Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat het tamelijk utopisch is om alle informatie digitaal inzichtelijk te krijgen. Informatie verandert immers zo snel dat registraties al gauw afwijken van de werkelijkheid. Je hebt altijd fysiek contact nodig om alles inzichtelijk te krijgen. Dat kunnen gemeenten prima in hun dienstverlening regelen.”
Bruidsschat geeft ruimte
De Omgevingswet biedt gemeenten de ruimte om samenhangend en op maat oplossingen te vinden voor de specifieke uitdagingen in hun leefomgeving. Dat is althans de belofte. Volgens Van Nijkerken is die ruimte er inderdaad en dat heeft onder andere te maken met de zogeheten bruidsschat, de circa 600 rijksregels waarvan gemeenten per datum inwerkingtreding mogen bepalen wat ze met die regels gaan doen. “Gemeenten mogen die regels allemaal schrappen, als ze dat willen. Ze mogen ze ook vervangen of juist strenger of soepeler maken. Daar gaan ze straks zelf over, maar dan moeten ze wel actie ondernemen.” Tot zijn spijt ziet hij echter veel gemeenten die die ruimte nog helemaal niet benutten. “Gemeenten roepen vaak dat ze last hebben van de vele regels. Dat daarom dingen die ze graag in de leefomgeving zouden doen, niet kunnen. Nou is er de kans om daar wat aan te doen! Ik zou zeggen: grijp die kans, zodat je een omgevingsplan kunt maken dat echt past bij je lokale vraagstukken.
De Omgevingswet geeft gemeenten zoveel ruimte om dingen fundamenteel anders te doen. Doe dat dan ook! Anders blijft het bij een gereedschapskist vol gereedschap dat niet wordt gebruikt.” Welke boodschap wil hij bestuurders en ambtenaren meegeven? Hij komt terug op het grote belang van participatie: “Het is toch eigenlijk niet te geloven dat we anno nu nog moeten oefenen met participatie? Dat zegt iets over hoe we elkaar in dit land zijn kwijtgeraakt, onder andere door verkokering en versnippering. De Omgevingswet roept op om veel meer samen op te trekken, in alle openheid, met alle betrokken partijen. Samen de puzzels leggen die we de komende jaren in dit land moeten leggen met elkaar. Laten we dat dan ook gaan doen!”
“Weg van de postzegelplannetjes, op naar samenhangende oplossingen.”