Gemeente
Heerenveen
In gesprek met Sonja Zeeman en Jeroen Stegeman
Met elkaar bouwen aan de leefomgeving
Integraal werken aan een gezamenlijk doel. Een betere dienstverlening. Sonja Zeeman en Jeroen Stegeman zien dat als de belangrijkste winstpunten van de Omgevingswet. In Friesland hebben ze er een eigen aanpak voor, waar alle 18 Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân aan meedoen.
Jeroen Stegeman is programmaregisseur van De Friese Aanpak, een programma waarin alle 18 Friese gemeenten, de provincie en het waterschap gezamenlijke opgaven aanpakken. Ook de uitvoeringsdiensten zijn betrokken. Het begon met een samenwerking op beleidsniveau, die resulteerde in gezamenlijke bouwstenen voor de omgevingsvisies. “We hebben ervaren dat samenwerken heel leerzaam en efficiënt is, maar we hebben wel met bevoegde gezagen te maken die allemaal een eigen koers bewandelen. Door met bouwstenen te werken worden kennis en ervaring regionaal ontwikkeld, en kunnen de beleidskeuzen lokaal worden gemaakt. Eén van de ontwikkelde bouwstenen gaat over het thema gezondheid. Waar liggen de kansen en hoe verwerk je dat in de omgevingsvisie en het omgevingsplan?” Na dit eerste succes gaan de Friese overheden een stap verder en worden verdergaande werkafspraken voorbereid. De uitgangspunten worden in de praktijk getoetst in gezamenlijke oefensessies. “Doen is het nieuwe leren. Als je met elkaar aan de slag gaat werk je niet alleen aan resultaat op papier, maar leer je elkaar ook door en door kennen. En juist dat is de sleutel voor een succesvolle uitvoeringspraktijk.”
Sneeuwbal
Sonja Zeeman werkt voor de gemeenten Heerenveen, Smallingerland en Súdwest-Fryslân, als projectleider Klantreizen (bij de gemeenten Heerenveen en Súdwest-Fryslân), projectleider DSO (voor Heerenveen) en projectleider implementatie-ondersteuning (voor Smallingerland). Samenwerking staat ook bij haar hoog op de agenda: samenwerking tussen de verschillende Friese gemeenten en ook tussen beleidsdomeinen. “Als Friese gemeenten kijken we hoe we elkaar kunnen versterken en van elkaar kunnen leren. In de projecten die ik voor de gemeenten doe, werk ik zoveel mogelijk integraal. Niet alleen in de verbinding tussen ruimtelijke ontwikkeling en vergunningverlening, handhaving en toezicht. Maar bijvoorbeeld ook in de verbinding met het sociaal domein.” De Omgevingswet vraagt dit van gemeenten, vertelt ze: “We hebben de verschillende specialisten eerst bij elkaar aan tafel gezet en ze zijn samen aan de slag gegaan. De resultaten hebben we steeds gedeeld met alle gemeenten, waardoor meer mensen enthousiast werden en op deze manier gingen samenwerken. Het is een soort sneeuwbal geworden.” Deze aanpak past bij de Friese gemeenten, zegt ze: “We leren werkendeweg.”
Verbinding
Zeeman noemt integraliteit een belangrijk leidend principe van de Omgevingswet: “Er gebeurt zoveel in de fysieke leefomgeving, er komen zoveel belangrijke vraagstukken op gemeenten af. De Omgevingswet dwingt ons om integraal en samen naar vraagstukken te kijken. Ik zie die integrale manier van werken als een grote kans om betere oplossingen te vinden.” Zou een integrale aanpak ook zonder de Omgevingswet mogelijk zijn? Dan zou het niet goed van de grond komen, antwoordt Stegeman: “Het doel van de wet is verbinding. Doordat de samenhang van het systeem veel sterker is dan onder de verschillende wetten daarvoor, word je gedwongen om na te denken wat een ander van je nodig heeft. Je móet wel samenwerken. Dat doen we in Friesland bovengemiddeld, maar het gaat zeker niet vanzelf. Het helpt dat de wet ons daartoe dwingt, het geeft de urgentie die daarvoor nodig is.” Dat het werkt, daarover kunnen ze in Friesland meepraten, zegt hij: “Door in dialoog te gaan, met overheden en met inwoners, merk je dat je elkaars taal beter gaat begrijpen. Dan blijkt dat je dingen die al heel lang spelen, best kunt oplossen.” Zeeman vult aan: “Het is heus niet allemaal hosanna, we gaan nu niet ineens snel oplossingen vinden voor allerlei knelpunten waar we al lang mee te maken hebben. Maar doordat we een open dialoog met elkaar voeren over de opgaven en de keuzes die gemaakt moeten worden, krijgen we wel veel meer begrip voor elkaars afwegingen. De meerwaarde zit in die dialoog. Daardoor kom je vaak tot betere oplossingen.”
Inzicht op de kaart
Informatievoorziening is cruciaal als basis voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Zeeman noemt het “best een uitdaging” om dat goed werkend te krijgen: “Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is naast de gemeentelijke website het tweede visitekaartje van de gemeente. En dat mag best wat toegankelijker en gebruiksvriendelijker. Ik denk dat gemeenten nog wel wat werk te doen hebben om het DSO met bijvoorbeeld helpteksten begrijpelijker te maken.” In de software die de gemeente zelf gebruikt voor haar werk in de leefomgeving, ziet ze grote verbeteringen: “Ruimtelijke ontwikkeling en vergunningen worden meer bij elkaar gebracht en alle informatie wordt inzichtelijk gemaakt op een kaart. Dat vind ik een enorme vooruitgang. Zo gebruiken we bijvoorbeeld bij Heerenveen en Súdwest-Fryslân de VTH-oplossing van Centric Leefomgeving en de plansoftware van Tercera Go en kunnen we tussen deze pakketten wisselen. Zo kunnen we zien welke zaken in een gebied lopen als we bezig zijn met het omgevingsplan. En bij een nieuwe zaak kunnen we zien welke regels in dat gebied van toepassing zijn. Ik vind het super dat het op deze manier werkt.”
Friese gemeenten onderzoeken ook hoe ontwikkelingen zoals datagericht werken, hen kunnen ondersteunen. Zeeman vertelt over een pilot in de gemeente Súdwest-Fryslân, of en zo ja welke data zouden kunnen helpen bij het beoordelen van een initiatief tijdens een intaketafel. “Aan de intaketafel beoordelen we complexe initiatieven, die niet in het omgevingsplan passen. Er wordt vanuit verschillende invalshoeken gekeken of een initiatief meerwaarde heeft, want alleen dan wil je als bevoegd gezag meewerken. Data kunnen helpen om een goede afweging te maken, verwachten we.”
“De meerwaarde van de Omgevingswet zit in de dialoog.”
Sonja Zeeman, projectleider DSO en Klantreizen in de gemeenten Heerenveen, Smallingerland en Súdwest-Fryslân.
Snelservice
Onderdeel van het project klantreizen is de snelserviceformule. Zeeman legt de verbinding met de Omgevingswet: “Veel gemeenten hebben al sneltoetscriteria, waardoor ze een aanvraag sneller kunnen afhandelen. Het zou de ultieme snelservice zijn als deze criteria zouden landen in het omgevingsplan. Want dan is het vergunningsvrij.” Ze ziet in de Omgevingswet een “heel grote kans” om de gemeentelijke dienstverlening met methodes als snelservice sterk te verbeteren: “Dat zal niet elke gemeente direct bij de inwerkingtreding van de wet klaar hebben, maar de gedachtegang is er wel. Het idee dat je het je inwoners en bedrijven makkelijk moet maken, is al wel leidend. Als je toch je processen tegen het licht houdt vanwege de invoering van de Omgevingswet, kun je tegelijkertijd de dienstverlening verbeteren.”
De dienstverlening wordt daarnaast beter van de dialoogmodellen die worden ingezet, zegt ze: “In de projecten klantreizen die ik doe, introduceren we de omgevingstafel. Daar denken we in een vroeg stadium met de initiatiefnemer mee en werken we samen om de kansen in de leefomgeving zo goed mogelijk te benutten. Initiatieven worden er beter van.” Stegeman vult aan: “Dit is de essentie van de meerwaarde van de Omgevingswet. Dat je met elkaar bouwt aan de omgeving. Niet meer puur vanuit de regels, maar vanuit wat je wilt bereiken en welke waarden je belangrijk vindt. En dat je dan samen met de initiatiefnemer en de professionals bespreekt hoe je dat doel kunt bereiken.”
“Het doel van de wet is verbinding. Je wordt gedwongen om samen te werken,”