Gemeente Den Haag
In gesprek met Dick Braam
Informatievoorziening voor een
duurzaam leefbare stad
Dick Braam, senior informatieadviseur in de gemeente Den Haag, ziet veel mogelijkheden om de noodzakelijke veranderingen voor de leefomgeving met informatievoorziening te ondersteunen. Op de korte en op de veel langere termijn. “De essentie van de Omgevingswet is dat de overheid een moderne positie probeert in te nemen in de samenleving. Een goede informatievoorziening is daarvoor onontbeerlijk.”
Dick Braam is senior informatieadviseur Fysiek Domein in de gemeente Den Haag. Hij adviseert de twee diensten die zich bezighouden met het fysiek domein: de dienst stadsbeheer en de dienst stedelijke ontwikkeling. En hij adviseert de programmamanager Omgevingswet over de verschillende informatiecomponenten, langs de lijn van de instrumenten van de Omgevingswet, zoals het omgevingsplan. Hoe gaat de Omgevingswet in zijn optiek bijdragen aan de opgaven van de stad in de leefomgeving? “De informatievoorziening wordt beter en dat is in mijn ogen de grootste winstkans van de wet. Informatievoorziening is de basis voor goede dienstverlening en participatie.” Termen als ‘een gelijke informatiepositie’ lijken abstract, maar dat verandert volgens hem “als je buren aan de slag gaan met een verbouwing”. Dan wil je daar immers de juiste informatie over kunnen vinden, digitaal makkelijk toegankelijk. In het algemeen, op het niveau van de stad: “De essentie van de wet is dat de overheid een moderne positie probeert in te nemen in de samenleving. We proberen de stad zo goed mogelijk vorm te geven, maar we zijn niet de enige die de keuzes bepalen. Het betekent dat we op een andere manier moeten werken. En daar is een goede informatievoorziening de basis van.”
Nieuwe wet, nieuwe software,
nieuwe samenwerking
De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken en dat zie je terug in de software, zegt Braam. “In het oude systeem was de software ingericht op het proces van het opeenvolgend afhandelen van een aanvraag. Controle was het belangrijkst. Die controle blijft uiteraard belangrijk, daarnaast wordt samenwerking belangrijker. De software ondersteunt dat, bijvoorbeeld door mogelijk te maken dat je samen aan een dossier werkt. Er is interactie tussen collega’s, een aanvraag wordt samen beoordeeld. Dat is een belangrijke wijziging in de wet, die leidt tot een wijziging in de software, die leidt tot meer samenwerking en uiteindelijk zal leiden tot een andere cultuur, die meer is gericht op open samenwerking.”
Hij verwacht dat informatievoorziening samenwerking kan bevorderen, juist doordat het deze ondersteunt: “Er worden binnen een gemeente verschillende dialecten gesproken. Een vergunningverlener spreekt een andere taal dan een planjurist, bijvoorbeeld. De informatievoorziening was daarop ingericht: dat zie je terug in allerlei aparte portalen, zoals ruimtelijkeplannen.nl en het omgevingsloket online. Onder de Omgevingswet wordt al die informatie aan de achterkant beter op elkaar aangesloten, zodat aan de voorkant duidelijker wordt wat de regels zijn. Dat zal ertoe leiden dat we elkaar binnen onze organisatie ook beter gaan verstaan.” Het zijn volgens hem “de bakens waarop we koersen onder de Omgevingswet”, de kernwoorden die steeds terugkomen: samenwerken, multidisciplinair werken en vertrouwen.
“Als we multidisciplinair en kortcyclisch werken weten te combineren met een cloudstrategie en Common Ground, dan kunnen we als lokaal bevoegd gezag een heel stuk beter voor de dag komen.”
Dick Braam
Regisserende rol
De gemeente Den Haag gaat over naar de Centric-oplossing voor de leefomgeving die volledig draait in de cloud. Dat is een spannende ontwikkeling voor een gemeente waarin, zoals in veel gemeenten, het merendeel van de software op systemen binnen de gemeente zelf draait. “Ik houd mij dagelijks bezig met integratievraagstukken. Veel software is met elkaar verbonden en als je dat uit elkaar haalt, bijvoorbeeld omdat een deel naar de cloud gaat, dan levert dat lastige uitdagingen op. Als grote gemeente heb je soms te maken met kwesties die niet lineair complexer worden als je iets verandert, maar exponentieel complexer.” Daar is Den Haag niet uniek in, dit speelt bij meer gemeenten. Braam wil er niet te diep op ingaan, “dit zijn mijn problemen van alledag”. Wat hij belangrijk vindt om te delen, is dat de overgang naar de cloud een wezenlijke verandering betekent voor de rol van de gemeente. Die rol wordt namelijk meer regisserend. En past daarmee in een trend van veel meer samenwerking en standaardisatie in IT.
“De term ‘gelijke informatiepositie’ lijkt abstract, totdat je buren gaan verbouwen.”
Dick Braam
Common Ground
“Van huis uit ben ik bestuurskundige en door die bril kijk ik nog steeds naar de overheid. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De vraag is wat dominant is: de eenheid of de decentralisatie.” Persoonlijk weet hij dat wel: hij is een fan van standaardisatie en noemt zichzelf “een open source adept”. “Ik vind dat als we publiek geld besteden, we dat op zo’n manier moeten doen dat het ten bate komt van de samenleving. Dus waar je dingen samen kunt doen, moet je dat doen. Dat is een reden dat ik blij ben met ontwikkelingen als software die draait in de cloud. Dat dwingt namelijk standaardisatie af, want we gebruiken dan allemaal dezelfde standaarden. En verbeteringen in de software die voor één partij worden gedaan, kan iedereen gebruiken.”
Hij is ook enthousiast over de ontwikkeling van Common Ground. Open source ontwikkelen is een belangrijk uitgangspunt van deze visie op een moderne informatievoorziening voor gemeenten. “Een ander uitgangspunt van Common Ground is dat je je informatievoorziening opknipt, in lagen van gegevens, het uitwisselen van gegevens en de dienstverlening waarvoor je die gegevens nodig hebt. Ik zou het liefst voor elke laag de beste oplossing in de markt kiezen, maar dat kan nu vaak niet omdat die lagen met elkaar zijn verweven. Als we er als gemeenten en markt in slagen om een informatievoorziening te ontwikkelen waarin die lagen zijn gescheiden, en daar wordt aan gewerkt, dan gaat dat ons helpen om minder afhankelijk te zijn van leveranciers en meer in partnerschappen te denken.” In combinatie met werkwijzen als agile ontwikkelen, kunnen er dan sneller oplossingen worden gemaakt waar de gemeente behoefte aan heeft, zonder het hele IT-landschap daarvoor te moeten aanpassen. Hij concludeert: “Als we multidisciplinair en kortcyclisch werken weten te combineren met een cloudstrategie en Common Ground, dan kunnen we als lokaal bevoegd gezag een heel stuk beter voor de dag komen. Dan hebben we het instrumentarium waarmee we de stad kunnen vormgeven.”
Innovaties
Braam noemt de uitvoering van de Omgevingswet een enorme opgave, waar de gemeente de komende tijd haar handen vol aan heeft. Er moeten grote stappen worden gezet in de manier van samenwerken en in de informatievoorziening. Toch kijkt hij ook graag vooruit, naar hoe innovaties de stad straks gaan helpen om de ambities in de leefomgeving te realiseren. Zo onderzocht hij onlangs met een aantal medewerkers van Centric een toepassing die als een ‘digitale thermometer’ de sentimenten in sociale media peilt rondom bepaalde opgaven in de leefomgeving.
Bijvoorbeeld de plannen voor de bouw van een winkelcentrum. “Op die manier maak je je beeld completer van hoe inwoners denken over de leefomgeving. Dat kan ertoe leiden dat je in de vergunningverlening uiteindelijk tot een betere afweging komt.” Hij ziet ook mogelijkheden om het huidige proces, van vergunningverlening tot toezicht, beter te ondersteunen met digitale middelen. En wat te denken van algoritmes die een aanvraag behandelen, door die aanvraag te toetsen aan de regels? “Zover zijn we nog lang niet hoor, ik zie dat tijdens de transitieperiode van de Omgevingswet nog niet gebeuren. Maar ik zie zeker mogelijkheden voor innovaties die ons, op de korte en op de heel lange termijn, gaan helpen om samen die duurzaam leefbare stad te bouwen. Dat is het gemeenschappelijke doel, daarover is iedereen het eens.”