Antea Group
In gesprek met Robert Forkink
“Beleid en uitvoering worden beter met elkaar verbonden”
Robert Forkink, hoofdadviseur en projectmanager Omgevingswet bij Antea Group, houdt zich al tien jaar bezig met de Omgevingswet. “Ik ben heel enthousiast over de Omgevingswet, want ik denk dat deze legio kansen biedt om onze leefomgeving echt anders in te richten.” Kansen die we nu moeten verzilveren, zegt hij. “Een alternatief is er niet.”
De uitvoering van de wet zelf is het doel niet, benadrukt Forkink: “Er is behoefte aan deze wet omdat de maatschappelijke opgaven daarom vragen. We hebben de wet gewoon nodig, want zonder gaat het ons nooit lukken om de oplossingen te vinden die nodig zijn voor de complexe vraagstukken in onze leefomgeving.” De wet dwingt vergaande samenwerking af en zo’n dwingend middel is nodig, zegt hij. “Kijk naar de coronapandemie, dat was een externe trigger die veranderingen in gang zette die daarvoor nauwelijks van de grond kwamen. Vooral in digitalisering en thuiswerken. Voor de leefomgeving hebben we ook zo’n externe trigger nodig en dat is de Omgevingswet.”
Weg van de tunnelvisie
Welke kansen biedt het werken met de Omgevingswet? “Laten we eerst vooral de verwachtingen managen, want de Omgevingswet gaat er niet voor zorgen dat op korte termijn grote vraagstukken zoals het woningtekort en de energietransitie worden opgelost. Het systeem bij de meeste gemeenten is er nog niet helemaal op ingericht, dus je kunt niet dat soort grote effecten op de korte termijn verwachten.” Wat we er al wel meteen van merken is onder meer snellere besluitvorming, zegt hij. “Er komt veel meer participatie, in plaats van de inspraak onder het oude systeem.
Als stakeholders aan de voorkant worden betrokken bij de besluitvormingsprocedures, dan worden bezwaren achteraf voorkomen. Dat leidt onder meer tot minder juridische kosten.” En soms tot betaalbaarder alternatieven, zo wordt duidelijk uit een voorbeeld dat hij noemt. In de provincie Zuid-Holland zou een tunnel worden aangelegd van 3 kilometer lang. Op de plek waar de weg boven de grond kwam, staan huizen die moesten worden afgebroken. Toen in een laat stadium van de besluitvorming de bewoners werd gevraagd wat zij daarvan vonden, kwamen die met de oplossing om de weg 500 meter verderop boven de grond te laten komen. “Dat is gebeurd. Het bleek zelfs een goedkopere optie om die tunnel 500 meter te verlengen dan om die huizen af te breken en de bewoners uit te kopen.”
Het lijkt een eenvoudig voorbeeld, waarbij je je kunt afvragen waarom de betrokken overheid dit niet zelf had bedacht. “Je ziet vaak gebeuren dat een besluit wordt genomen en daarna nooit meer ter discussie wordt gesteld. Zoals dat er een tunnel van 3 kilometer moet komen. Het is in dit geval heel letterlijk een tunnelvisie en daar heeft denk ik iedereen wel last van. Je doorbreekt dat pas als je er anderen naar laat kijken. Daardoor kom je vaak tot betere oplossingen. En dat is precies wat er onder de Omgevingswet gaat gebeuren.”
Niet integraal maar in samenhang
We moeten de leefomgeving echt anders organiseren, betoogt Forkink. “De grote maatschappelijke opgaven van deze tijd vragen daarom. De kern is dat we het veel meer in samenhang organiseren. Niet integraal, want dan zijn we vooral bezig om elkaars adviezen volgtijdelijk te beoordelen. Nee, in samenhang! Dat betekent dat je samen een advies maakt. Dat geeft een andere dynamiek en uitkomst.” De opgave zit wat hem betreft in het realiseren van die samenhang. Dat de overheid met alle stakeholders samen de strategische doelen bepaalt en die uitvoert, in voortdurend overleg met elkaar. Gebeurt dat niet al, in de vele uitvoeringsprogramma’s die er zijn? “Nee, want iedereen in zo’n programma spant zich in voor de doelen van dat specifieke programma, zoals de energietransitie. En kijkt niet welke effecten bijvoorbeeld het aanwijzen van een locatie voor windturbines heeft op de woningbouwopgave of de bereikbaarheid.”
Er wordt veel gesproken over de gebrekkige aansluiting tussen beleid en uitvoering, waardoor de uitvoering in de knel komt en waar soms burgers de dupe van worden. Daar brengt de Omgevingswet verandering in, als het gaat over de leefomgeving, verwacht Forkink: “Het effect van beleid staat straks centraal. Dat effect wordt continu gemonitord en als de resultaten tegenvallen, dan wordt het beleid aangepast. Dat is niet nieuw, eigenlijk hebben we het hier over de klassieke beleidscyclus. Dat gebeurt nog lang niet overal, maar het is wel de bedoeling van de Omgevingswet. Omdat je zonder deze continue monitoring en aanpassing als overheid je ambities niet gaat halen.” Hij ziet in de Omgevingswet dus een kans om beleid en uitvoering veel sterker met elkaar te verbinden.
IT is cruciaal
Om continu je beleid te kunnen aanpassen, is veel informatie nodig. Die krijg je alleen als de informatievoorziening goed werkt. Het is niet de enige reden dat IT cruciaal is voor het realiseren van de ambities in de leefomgeving, zegt Forkink. Onder meer de samenwerking tussen de vele partijen vraagt ook om digitale ondersteuning. “We hebben nieuwe planningstools nodig, workflowsystemen, systemen die de systemen van de stakeholders met elkaar verbinden zodat iedereen dezelfde informatie heeft, systemen voor monitoring… toen de ontwikkeling van de Omgevingswet begon stond nog niet bij iedereen helder op het netvlies hoe groot het belang van digitale middelen is. Maar dat is nu wel duidelijk.” Dit gaat veel verder dan het Digitaal Stelsel Omgevingswet, zegt hij: “Het gaat vooral om de IT die draait in de eigen organisatie, van het financiële systeem tot een monitoringssysteem. Programma’s zullen worden gevormd rond bepaalde opgaven en daar wordt een wethouder voor verantwoordelijk, vanuit het college. Die moet dan wel de juiste tools en data hebben om die verantwoordelijkheid te nemen. Hetzelfde geldt voor de programmamanagers.” Daar ligt een hele grote uitdaging, zegt hij: “Deze IT is er nog niet, het staat nog in de kinderschoenen.” Hoopgevend is wel dat alle trends en ontwikkelingen in de (gemeentelijke) informatievoorziening dezelfde kant op gaan. Forkink noemt onder meer datagedreven werken en Common Ground. “Het draait om data, want daaruit ga je de effecten van je beleid halen en daarmee kun je nieuw beleid maken. Tot nog toe is het heel moeilijk om te monitoren, omdat het tijdrovend is om alle data die je nodig hebt uit de systemen te halen. Ontwikkelingen zoals Common Ground zijn erop gericht om dat veel makkelijker en beter te maken.”
Het werk wordt echt anders
In eerste instantie vindt de grootste verandering door de Omgevingswet plaats in de organisatie van de gemeente, zegt Forkink. “Er is lang gezegd dat een goede uitvoering van de wet vooral vraagt om een cultuurverandering. Als men elkaar maar weet te vinden en er een open samenwerking is, dan zou het wel goed komen. Maar dat is niet zo.” Om effectief te werken aan beleid en uitvoering, is een organisatiestructuur van programma’s nodig, zegt Forkink. “Stel je voor dat je in de ideale wereld je strategische doelen helder hebt en dat de verschillende afdelingen met nieuwe samenwerkingsafspraken dit gaan uitvoeren. Dat werkt niet, want je houdt de verkokering in stand. Je zult dit echt moeten inregelen.
Je organisatie anders moeten inrichten en dat ondersteunen met IT. Alleen dan krijg je de samenhang die nodig is.” Het werk van de ambtenaar gaat dus behoorlijk veranderen en Forkink denkt dat het er vooral leuker op wordt: “Als ambtenaar werk je dan niet meer voor bijvoorbeeld de afdeling bouw- en woningtoezicht waar je productiegericht werk doet, maar je werkt in een multidisciplinair programma aan de grote opgave van bijvoorbeeld de energietransitie. Je kunt daar veel meer creativiteit in kwijt, veel meer je vak uitoefenen.”
“Een alternatief is er niet.”
Geef het tijd
Forkink is duidelijk enthousiast over de kansen voor de leefomgeving onder de nieuwe wet. Welk advies wil hij geven aan iedereen die erbij betrokken is? “Heb een beetje geduld en geef de invoering van de Omgevingswet de tijd die het verdient. Het is misschien makkelijk om te zeggen dat het lastig is en dat de Omgevingswet vast wel weer wordt uitgesteld, maar wat is het alternatief? Dat is er niet. Autonoom komt een dergelijke ontwikkeling zoals de Omgevingswet nooit tot stand. Met de veelgehoorde opmerking dat we met de oude wetgeving veel kunnen bereiken, dat we de Omgevingswet helemaal niet nodig hebben, kan ik niet zoveel. Ik ben geen wensdenker, maar ik denk dat we deze wet en vooral de manier van werken die deze gaat afdwingen, hard nodig hebben. Het gaat niet om de wet op zichzelf, maar om het doel ervan. Laten we er serieus mee aan de slag gaan.”
“De kern is dat we veel meer in samenhang organiseren.”