• Pages
01Home
02Voorwoord
03Gebruikersoverleg Objectregistratie
04Het Gegevenshuis
05Samenhang in objectregistraties
06BSR
07Het effect van de Omgevingswet
08Regionale Belasting Groep
09Kansen van 3D
10Contact

Het Gegevenshuis


“We moeten af van het denken in de hokjes”

Data integraal beschikbaar stellen en dan het liefst in 3D. Dat is het toekomstbeeld van Sjef Leenen, directeur en secretaris van Het Gegevenshuis. Een beeld dat al tastbaar wordt: Het Gegevenshuis rondde onlangs een pilot af waarin het een werkende digital twin maakte voor Zuid-Limburg.

Het Gegevenshuis is een overheidsorganisatie die zich richt op het inwinnen, beheren en leveren van informatie uit (basis)registraties. Het werkt voor elf gemeenten in Zuid-Limburg en het waterschap Limburg. Sommige gemeenten nemen diensten af voor elke basisregistratie, andere voor enkele basisregistraties. Bij het Gegevenshuis werken 44 mensen, van landmeters tot databeheerders. Het Gegevenshuis gebruikt alle objectregistraties. Het maakt Sjef Leenen, directeur en secretaris van Het Gegevenshuis, de aangewezen persoon om te vragen hoe deze registraties werken. Wat zou hij doen als hij ze kon verbeteren? “Ik zou alle WOZ-, BAG- en andere specialisten aan de kant zetten en eerst luisteren naar de mensen die bij gemeenten in de verschillende beleidsterreinen werken. Hen wil ik vragen wat zij nodig hebben. Ik denk dat je dan tot een betere en bovendien eenvoudigere oplossing komt. Want het maakt niet uit of data uit de BAG of de WOZ komt, je wilt àlle data integraal op een kaart beschikbaar hebben. Er wordt nu teveel vanuit registraties gedacht en gewerkt. We moeten af van dat denken in hokjes.”

Kijk vanuit het beleidsdomein

Het stelsel van basisregistraties gaat weliswaar uit van het gegeven ‘eenmalige opslag, meervoudig gebruik’, maar dat strookt niet met de werkelijkheid, zegt Leenen. “Ga maar eens bij een gemeente kijken. Gegevens in de verschillende basisregistraties komen niet altijd overeen. En afdelingen houden er hun eigen administratie op na, met gegevens die zij nodig hebben en die ze niet in de basisregistraties vinden. Als je vanuit de beleidsdomeinen gaat kijken welke gegevens nodig zijn en daar je registraties op inricht, dan hoeft dat niet meer.” Hoe zit het dan met de wettelijke grondslag? Gemeenten mogen bijvoorbeeld niet zomaar WOZ-gegevens gebruiken voor andere domeinen dan belastingen. “Wij houden ons bij Het Gegevenshuis natuurlijk aan de privacyregels, we zijn ISO-gecertificeerd, maar binnen de kaders van de wet is veel mogelijk. Ik vind dat de privacywetgeving vaak als excuus wordt gebruikt. Zo van ‘we weten niet zeker of het mag, dus we doen het maar niet’. Dat is nergens voor nodig.”

SOR en 3D

Leenen zou graag zien dat data integraal beschikbaar wordt gemaakt. Is de SOR, de samenhangende objectenregistratie, een goede ontwikkeling? “Het is in ieder geval een stap vooruit. Maar het gaat mij niet ver genoeg. Toen KING, wat nu VNG Realisatie is, ermee begon ging het nog om een integrale objectenregistratie. Dat hadden ze moeten doorzetten. Voor de SOR wordt nog steeds teveel in de hokjes van de registraties gedacht. Ik begrijp wel dat er weerstand is vanuit de verschillende beleidsdomeinen, dus dit is waarschijnlijk op dit moment het meest haalbaar. Maar ik hoop wel dat de SOR een opmaat is naar een echt integrale objectregistratie.”

Gemeenten hebben in toenemende mate behoefte aan samenhangende data, ziet hij. Die ze dan het liefst in een driedimensionaal model plaatsen, voor hun eigen besluitvorming en voor burgerparticipatie. “Met name bestuurders vragen daar om. Die willen niet met dikke rapporten de wijk in, maar met een 3D-model waarmee ze veel beter het gesprek met burgers kunnen voeren. Zeker op lastige thema’s zoals het klimaat. Je ziet in de praktijk dat het gebruiken van 3D-modellen op dit soort thema’s de burgerparticipatie bevordert.” Gemeenten hebben ook in toenemende mate integrale data in 3D nodig omdat ze daar voorspellende modellen mee kunnen maken. “Zeker in de complexiteit van de brede welvaartsdiscussie die gemeenten nu voeren, is dat een belangrijk middel.” Al deze ontwikkelingen maken dat het werk van gemeenten en ook dat van Het Gegevenshuis, sterk verandert. “We werken nu nog met landmeters op locatie, met mensen die bestekken aangeleverd krijgen en die gegevens opwerken in bestanden. Over een aantal jaren worden de meeste gegevens ingewonnen via drones en luchtfoto’s. En krijgen we de gegevens van architecten digitaal in 3D binnen, zodat we die direct kunnen overzetten in onze systemen.”

Digital twin

Afgelopen zomer rondde Het Gegevenshuis een pilot af waarin het een werkende digital twin voor Zuid-Limburg maakte. Hierin komen alle gegevens uit de objectenregistraties in samenhang en in 3D bij elkaar. Gemeenten kunnen er nu diensten uit afnemen. Leenen ziet veel toekomst in dit soort modellen. “De wateroverlast van 2021 staat bij iedereen hier nog scherp op het netvlies. In Valkenburg zaten mensen gezellig op een terrasje, zeven uur later was dat terrasje er niet meer. Gebieden moesten halsoverkop worden geëvacueerd. Met een digital twin hadden we dit kunnen voorspellen. Dan zie je welk effect de neerslag die op dat moment in Duitsland valt over een aantal uur in het heuvelland heeft. Het maken en onderhouden van een digital twin kost geld, maar je kunt er veel schade en leed mee voorkomen. En dit is maar een voorbeeld. Je kunt het voor veel thema’s gebruiken.”

Datagestuurd waarderen en heffen

De Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) is een belangrijke partner van Het Gegevenshuis. “We kijken steeds wat voor de deelnemende gemeente, en dus de burger, het meest efficiënt is om te doen. Als wij met een bouwvergunning bezig zijn, dan leveren we voor de WOZ de meetstanden aan. En bij de jaarlijkse mutatiedetectie, de jaarlijkse kwaliteitsslag van de objectregistraties, pakken we bijvoorbeeld niet alleen de BGT en de BAG mee, maar doen we dat ook voor de WOZ-bestanden. Als we dit nog een paar stappen verder brengen, dan kan BsGW datagestuurd waarderen. Daar hebben we dan wel integrale data voor nodig, die je integraal beheert. Ik hoop nog mee te maken dat deze integratie zover is, dat we ook datagestuurd kunnen heffen.” Daarmee zouden gemeenten grote efficiencyvoordelen behalen, vertelt Leenen. “Als je ziet hoeveel specialisten er nu nodig zijn die alle verschillende bestanden moeten beoordelen en toetsen. Het is heel complex. Als je data integraal hebt, dan is dat niet meer nodig.” Ook de kwaliteit van de aanslagen wordt beter. Bovendien kan het heel klantvriendelijk worden ingericht: “Je kunt dan in een 3D-omgeving aan burgers laten zien waarop de belastingaanslag is gebaseerd. Dat dat realiteit wordt, dat is mijn ultieme droom.”