Het effect van de Omgevingswet
Alle lagen van de Nederlandse overheid zijn ieder voor hun deel verantwoordelijk voor de regelgeving en uitvoering rondom vergunningen, toezicht en handhaving (VTH). Met het bundelen van tientallen wetten en honderden regels in één nieuwe wet, beoogt de nieuwe Omgevingswet (Ow) een verregaande vereenvoudiging van het oude complexe stelsel van wetgeving voor de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving.
Overheden bereiden zich al jaren voor op de aankomende vernieuwingen onder de Ow, zowel organisatorisch als met kennis, nieuwe procedures en ICT. De veranderingen gaan de komende jaren door, waarbij de nadruk ligt op de realisatie van de doelen van de Ow, en het omzetten van tijdelijke en het vaststellen van nieuwe delen van het Omgevingsplan.
Samenhangende basisgegevens
Zowel bij de voorbereiding als bij deze doorontwikkeling is de overheid sterk afhankelijk van landelijke ICT-ontwikkelingen zoals het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), samenhang in basisgegevens (SOR) en Common Ground. Maar ook goede lokale voorzieningen voor het beheer van basisgegevens, VTH, Ruimtelijke Ordening (RO) en Planologie, zijn voorwaardelijk.
Hoewel het aantal wetten afneemt, wordt de leefomgeving niet minder complex. De komst van de Ow leidt tot grote veranderingen binnen gemeenten. Deze veranderingen worden bij meerdere samenwerkende afdelingen binnen de gemeenten gemerkt. Daarom is het belangrijk dat deze afdelingen toegang hebben tot dezelfde, toereikende informatie en op de hoogte zijn van wijzigingen in de fysieke leefomgeving. Het stelsel van samenhangende basisgegevens vormt hiervan het fundament.
Visie vanuit Leefomgeving
Activiteiten in de fysieke leefomgeving hebben altijd betrekking op een geografische positie, zoals locaties, gebieden en tracés. Om deze activiteiten te toetsen aan het Omgevingsplan en om deze goed te kunnen monitoren, werkt het Omgevingsplan van een bevoegd gezag op de ondergrond van geo-basisgegevens en worden geo-basisgegevens gebruikt als onderlaag van het DSO.
Door VTH-informatie te koppelen aan geo-basisgegevens heeft deze VTH-informatie ook direct een geografische positie, afkomstig van de gerelateerde geo-basisgegevens. Vanuit het DSO worden door de initiatiefnemer, bij het indienen van een DSO-verzoek, de geo-basisgegevens opgenomen bij de aanvraag of melding. Daarmee kan met de bijbehorende geografische positie automatisch een koppeling met alle andere geo-basisgegevens worden gelegd. Zo kan bijvoorbeeld via het adres een relatie gelegd worden met de BRK, BGT en de BRO.
25
Eén van de verbeterdoelen van de Ow is een gelijke informatiepositie voor iedereen. Welke informatie iemand daadwerkelijk kan en mag gebruiken is afhankelijk van tijd, plaats, taak, rol en bevoegdheid. Voor het realiseren van dit verbeterdoel is relevante informatie met betrekking tot een geografische positie, gebundeld beschikbaar voor iedereen: actueel, compleet, direct vanuit de bron, zonder redundant werken en zonder hiervoor informatie te moeten dupliceren. De koppeling tussen VTH en geo-basisgegevens biedt hiervoor het fundament.
Met de koppeling tussen VTH en geo-basisgegevens werken wijzigingen in de geografie van de basisgegevens automatisch door in de VTH-registraties. De VTH-processen zijn op hun beurt weer een belangrijke bron voor de geo-basisregistraties en daarmee voor alle processen die gebruikmaken van geo-basisgegevens. Een snelle actualisatie van de geo-basisgegevens op basis van de VTH-informatie zorgt voor een efficiënte afhandeling van de gerelateerde processen. Zo wordt bijvoorbeeld op basis van nieuwe en gewijzigde VTH-informatie de WOZ geactualiseerd: de grondslag voor belastingen.
Visie vanuit Objectregistratie
De Ow zorgt voor een wijziging in de diverse informatiestromen binnen gemeenten en andere organisaties. Dit kan leiden tot complexe informatiestromen en het lastiger maken om relevante wijzigingen voor objectenbeheer tijdig te kunnen verwerken. Informatie wordt in mindere mate naar de juiste personen en afdelingen gebracht in bijvoorbeeld de vorm van vergunningen, maar zal meer moeten worden verzameld. Het verzamelen van de gegevens wordt eenvoudiger als er goede afstemming en uitwisseling is tussen de verschillende afdelingen.
Om te komen tot goede afstemming en uitwisseling van informatie tussen diverse afdelingen en organisaties, is het belangrijk dat er een goede basis ligt. Deze basis kan worden gezien als een digital twin, dat wil zeggen een gemodelleerde weergave van de werkelijkheid. Dit kan zijn in de vorm van een basisregistratie zoals WOZ, BAG, BGT, maar ook een gecombineerde vorm hiervan. Of gevisualiseerd in 3D. Het combineren van deze informatie geeft inzichten in de kwaliteit van de registratie(s) en is daarmee een goed startpunt voor het nog verder verhogen van deze kwaliteit.
Een goede basis zorgt ervoor dat aan de kant van de leefomgeving voldoende informatie is om het Omgevingsplan aan te toetsen. Bovendien biedt het kansen voor verdere automatisering. Een volledige en juiste dataset kan de automatisering van het objectenbeheer vergemakkelijken. Zo kunnen mutatiedetecties nauwkeuriger worden verwerkt in bijvoorbeeld de BAG en de BGT en ook een naadloze doorverwerking hebben naar de WOZ. Hoe beter de basis, hoe minder handwerk noodzakelijk is.
