Gebruikersoverleg Objectregistratie
Verslag gebruikersoverleg: denk vanuit de SOR
Denk objectgericht en redeneer niet vanuit de verschillende objectregistraties: dat was een conclusie tijdens de interactieve sessie over de Samenhangende Objectenregistratie (SOR), die Centric organiseerde op 28 september 2022. De SOR laat nog even op zich wachten, maar toch kunnen gemeenten er alvast mee aan de slag.
De sessie is onderdeel van het Gebruikersoverleg BAG, georganiseerd op het kantoor van Centric in Gouda. Nathalie Torenvliet en Mariska van Nijen, beiden werkzaam als adviseur bij ingenieursbureau Antea Group, vertellen in hun inleiding over de SOR. “Het stelsel van basisregistraties werkt, de rijksoverheid wil nu een stap verder en toe naar één informatie-infrastructuur voor de leefomgeving. Het streefbeeld is om alle informatie op één plek op dezelfde kaart inzichtelijk te maken. Het idee is dat de overheid de vraagstukken in de leefomgeving, zoals de energietransitie, daarmee beter kan oplossen,” vertelt Van Nijen. Torenvliet vult aan: “Een eerste stap voor meer samenhang is al gezet met de WOZ-transitie, door voor de WOZ niet meer in kubieke meters maar in vierkante meters te registreren. Maar nog steeds bestaan er verschillen tussen de registraties. Er is nog best een lange weg te gaan voordat alles in één objectregistratie terechtkomt.”
Alvast aan de slag
Torenvliet vertelt wat de huidige stand van zaken is van de ontwikkeling van de SOR. Het informatiemodel is afgerond en de eerste uitwerkingen voor de architectuur worden gemaakt. Diverse wetten zullen voor de SOR moeten worden gewijzigd, daar is nog geen planning voor gemaakt. Ook zijn er nog geen besluiten genomen over de organisatie, zoals de governance. Veel is dus nog onzeker, maar bronhouders kunnen al wel wat doen, zegt ze: “Zij kunnen de kwaliteit van hun gegevens op orde brengen en houden, vlakgeometrie van verblijfsobjecten vastleggen en aan de slag met de Agenda Vitale Vakantieparken. Ook kunnen gemeenten alvast pilots doen, bijvoorbeeld een StUF Geo-i maken.” Van Nijen vertelt over een voorbeeld uit de gemeentelijke praktijk: “We doen nu een opdracht bij een gemeente die achterstallig werk heeft in de BAG en WOZ. Ze moeten daarvoor op locatie informatie gaan inwinnen. In plaats van dat ze dat doen voor de aparte registraties, doen ze dat met een SOR-bril op. Vanuit het informatiemodel voor de SOR, dat gereed is, kun je al kijken welke elementen je voor de SOR moet registreren.”
Eilandjesgevoel
Na de inleiding gaan de deelnemers met elkaar aan de slag om na te denken over de implicaties van de SOR. Wanneer moet je welke acties doen, om straks voorbereid te zijn? “Ga uit van objectgericht denken, denk niet vanuit registraties,” tipt Van Nijen. In de diverse teams die worden gevormd, wordt dit verder uitgediept. Veel gemeenten werken al volgens het gedachtengoed van de SOR, zo blijkt. Beheerders van de BAG en de BGT werken vaak al nauw samen, soms ook met beheerders van de WOZ. “Bij ons zitten alle beheerders op één kamer, dus je kunt zeggen dat we de SOR al hebben. Alleen is Den Haag nog niet zover,” zegt Jelle van der Wal van de gemeente Leeuwarden. “Als de SOR een gegevensverzameling is, dan zijn we daar mee bezig,” vertelt Jan Dorrestijn van de gemeente Amersfoort.
Toch werkt het niet overal even soepel. Een complicerende factor is onder meer als taken zijn uitbesteed, wat vaak het geval is voor de WOZ. Maar ook samenwerken binnen een gemeente is niet altijd vanzelfsprekend. De deelnemers spreken van een ‘eilandjesgevoel’: iedereen heeft zijn eigen processen en doet het op zijn eigen manier. De SOR, met de daarbij behorende wettelijke grondslag, zou dat kunnen doorbreken. “We hebben dat met de BAG zien gebeuren. Iedereen was zelf met gebouwenregistraties aan het rommelen, toen de BAG kwam werd er vaart gemaakt. Dat hebben we ook nodig voor de SOR,” zegt Dorrestijn.
Afspraken over kwaliteit
Welke rol spelen softwareleveranciers in de ontwikkeling van de SOR? Bram Bervoets, Centric: “Omdat er nog veel niet is vastgesteld, zoals de architectuur, kunnen wij nog geen applicaties bouwen die werken op de SOR.” Wel kunnen gemeenten nu al de diverse basisregistraties bevragen via een integrale gebruiksoplossing: “Daar kun je een vraag stellen en krijg je de benodigde gegevens uit de diverse registraties. Dit werkt goed voor afnemers. Maar waar de waarden in de registraties verschillen, zoals de oppervlakte in de BAG en de WOZ, daar moeten de afdelingen in de gemeente onderling afspraken over maken.” Het is een werkwijze die de gemeente Hoorn kiest, vertelt Annemieke Oord van die gemeente: “We hebben vanuit de basisregistraties met verschillende wet- en regelgeving te maken en ook de tijdcyclus van de WOZ verschilt van die van de BAG en de BGT. Dat moet je respecteren. Maar je kunt wel vastleggen wie eigenaar is van welke gegevens, welke kwaliteit je wilt en hoe je het proces inricht. De SOR is er nog niet, maar daar kun je alvast afspraken over maken.”
Alex Tempelman, gemeente Dronten en voorzitter van het Gebruikersoverleg:
“Laten we eerlijk zijn, iedereen doet nu zijn eigen ding. We zijn al jaren aan het hannesen met de basisregistraties. Ik vind de SOR een goede ontwikkeling, al ben ik wel erg sceptisch over of we de deadline van 2025 halen.”
Annemieke Oord, gemeente Hoorn:
“Laten we niet wachten op het initiatief vanuit de rijksoverheid, maar laten we als collega’s alvast de hokjes doorbreken. We zijn niet van de BAG of de WOZ, we zijn van de basisregistraties. Denk in rollen in plaats van functies: ik ben BAG-beheerder, maar mijn rol is gegevensbeheer basisregistraties. Als je zo werkt, dan kun je makkelijker alle relevante informatie op een kaart laten zien. Daar doen we het voor, want dat werkt voor iedereen prettig, van beleidsmedewerker tot bestuurder tot burger. Daar hebben we niet per se de SOR voor nodig, maar wel het SOR-denken.”
Jelle van der Wal, gemeente Leeuwarden:
“In onze afdeling geo-informatie zitten alle beheerders van de BAG, BGT en WOZ bij elkaar. Voor deze werkwijze hebben we de SOR dus niet nodig, want we doen het al zo. Maar de SOR biedt als wettelijk kader wel meer duidelijkheid. Er is nu ruimte voor interpretatie, die is er dan niet meer.”
